Duidelijkheid over de minimum bezoldiging bedrijfsleider

U weet inmiddels al dat het verlaagd opklimmend tarief in de vennootschapsbelasting voor KMO’s sinds 1 januari 2018 vervangen werd door het tarief van 20% op de eerste schijf van 100.000 EUR belastbaar inkomen.

Er zijn verschillende voorwaarden waaraan de vennootschap moet voldoen om hiervoor in aanmerking te komen. De minimum bezoldiging van 45.000 EUR aan één van de bedrijfsleiders is één van de voorwaarden. Indien er geen bezoldiging van ten minste 45.000 EUR aan één van de bedrijfsleiders wordt toegekend dan zal men de vennootschap sanctioneren met een afzonderlijke aanslag van 5% die weliswaar aftrekbaar is.

Er waren heel wat vragen en onduidelijkheden omtrent de vereiste van de minimum bezoldiging die ondertussen uitgeklaard zijn.

  • Stijging van de afzonderlijke aanslag van 5% naar 10%?

Er was sprake dat de afzonderlijke aanslag (bij het niet nakomen van de minimum bezoldiging) vanaf aanslagjaar 2021 zou stijgen naar 10% i.p.v. 5%.

  • Attractiebeginsel – ook voor onbezoldigde bedrijfsleiders

Indien een bedrijfsleider in dezelfde vennootschap ook als werknemer actief is dan telt dat loon mee bij de berekening van de minimum bezoldigingsvereiste.
Alles wat de bedrijfsleider krijgt wordt door het ‘attractiebeginsel’ geacht te worden een ‘bezoldiging van de bedrijfsleider’ te zijn.

De minister heeft nu bevestigd dat men voor de minimumbezoldigingsvereiste rekening mag houden met het loon die men als werknemer ontvangt van een vennootschap waarin men ook een onbezoldigd mandaat als bedrijfsleider uitoefent.

  • geldt de minimum bezoldiging ook voor vennootschap met rechtspersonen als bedrijfsleider?

De minimum bezoldigingsvereiste geldt ook voor vennootschappen zonder bedrijfsleiders-natuurlijke personen. De vennootschappen enkel rechtspersonen hebben als mandatarissen zullen dus sowieso gesanctioneerd worden met de afzonderlijke aanslag indien het al dan niet een KMO betreft.

KMO’s die enkel rechtspersonen als mandatarissen hebben zullen dus dubbel gesanctioneerd worden. Ze verliezen het verlaagd tarief van 20% en ze krijgen een afzonderlijke aanslag van 5%.

Het kan dus nuttig zijn om te kijken of het opportuun is een natuurlijke persoon te benoemen. De kost hiervan al afgewogen moeten worden tegenover de sociale bijdragen en de personenbelasting verschuldigd door de bedrijfsleider.

Boekenlegger op de permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.