Wanneer de belastingaangifte AJ 2021 indienen?

De belastingaangifte over het inkomstenjaar 2020 wordt via tax-on-web begin mei geopend. De deadline om de aangifte in te dienen is uiterlijk donderdag 15 juli 2021 voor burgers. Mandatarissen (boekhouders en accountants) hebben tot en met donderdag 21 oktober 2021 de tijd.

Er is nog een mogelijkheid om de aangifte op papier in te vullen en deze moet ten laatste op woensdag 30 juni 2021 worden ingediend. Bij een niet-tijdige indiening kunnen er administratieve boetes van 50 EUR tot 1.250 EUR gerekend worden.

Sinnaeve Accounting & Consulting kan u bijstaan bij het invullen van uw persoonlijke aangifte. Contacteer info@sinacco.be voor verdere vragen.

Welk tarief dient gehanteerd te worden voor uw debet rekening-courant?

Indien u geld uit uw vennootschap neemt door het op te nemen via uw rekening-courant (R/C), dan betreft dit in principe een lening die u aangaat bij u vennootschap die u ooit terug zal moeten betalen.

Aangezien er hier in principe geen intresten op gerekend worden zegt de fiscus dat u dus privé belast moet worden via een voordeel alle aard voor een zogenaamde fictieve debetrente. Voor inkomstenjaar 2019 bedraagt dit tarief 8,78%.

Indien er toch spontaan een percentage als interesten gerekend zou worden dan kan u volgens de fiscus nog altijd belast worden op een voordeel alle aard indien die interesten lager blijken te zijn dan de forfaitaire interestvoet. Een rechter heeft midden 2019 weliswaar beslist dat dit toch mogelijk zou zijn indien u kan aantonen dat de interestvoet marktconform is.

Hoe moet u het voordeel berekenen?

Normaal gezien moet het voordeel berekend worden op de gemiddelde debet stand per maand, maar bij weinig tot geen schommelingen staat men toe dat dit voordeel op de gemiddelde debet stand per jaar wordt gerekend.

Het kan nuttig zijn om de berekening op maandbasis te maken aangezien dit vaak toch voordeliger uitkomt.

Gelieve er rekening mee te houden dat er met de komst van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, er bij grote afhalingen er in principe uitkeringstesten gedaan moeten worden zodat de vennootschap niet verarmd wordt.

Wordt voor de CO²-uitstoot van de bedrijfswagen naar WLTP of NEDC 2.0 gekeken?

De fiscale aftrek van uw firmawagen hangt voornamelijk af van de CO²-uitstoot. Hoe hoger de CO², hoe meer uitstoot en dus hoe lager het aftrekpercentage zal zijn. De CO² speelt bovendien een belangrijke rol voor de berekening van het voordeel alle aard op die wagen. Hoe hoger de CO², hoe hoger het voordeel alle aard zal zijn.

Volgens de Europese regelgeving moeten we vanaf 2021 rekening houden met de WLTP-methode om het juiste CO² percentage te weten. Uit de verschillende rapporten is gebleken dat deze waarde al vlug tot 30 gram hoger kan liggen t.o.v. de NEDC waarde.

Uit een bericht van de fiscus is gebleken dat men de NEDC waarde nog mag hanteren om het voordeel alle aard te berekenen alsook om de fiscale aftrek te bepalen. Dit mag wel enkel indien er op het gelijkvormigheidsattest zowel de NEDC als de WLTP waarde vermeldt staat.

Autoconstructeurs moeten tot eind 2020 zeker de NEDC ook nog vermelden. Vanaf 2021 moeten ze de NEDC waarde niet meer vermelden, maar mogen ze nog wel.

Onbelast bijverdienen afgeschaft !

Sinds de invoering in 2018 is het mogelijk om vrij van belastingen een centje bij te verdienen als u bijvoorbeeld verenigingswerk zou doen of af en toe eens uw buurman of buurvrouw zou helpen (occasionele diensten). Inkomsten uit de deeleconomie waren ook mogelijk. U kon tot 6.340 EUR (maximum inkomstenjaar 2020) bijverdienen.

Vanaf 1 januari 2021 is dit niet meer mogelijk. Het Grondwettelijk Hof heeft uitgesproken dat dit in strijd is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie.

Het is dus een uitdovende scenario, waardoor het vooralsnog mogelijk blijft om onbelast bij te klussen, maar weliswaar uiterlijk tot en met 31 december 2020.

Verlaagde fiscale aftrek vanaf 2020!

Er zijn nieuwe aftrekbeperkingen vanaf 2020 voor de autokosten. Als u via uw vennootschap in 2019 een nieuwe wagen wilt kopen, hoe kan je daar dan op anticiperen?

Voor de aftrekbaarheid van uw autokosten (behalve intresten en brandstof) varieert van 50% tot 120% afhankelijk van het type brandstof en de CO² uitstoot. Een dieselwagen is 75% aftrekbaar vanaf 116g t.e.m. 145g.

Voor boekjaren die aanvangen op 01.01.2020 daalt de fiscale aftrekbaarheid voor bedrijfswagens zeer sterk aangezien de aftrekbaarheid gebaseerd is op een nieuwe formule.

Formule:

aftrekpercentage = 120% – (0,5% x coëfficiënt type brandstof x aantal gram CO2 )
(coëfficiënt diesel en dieselvarianten (hybride) = 1, coëfficiënt benzine = 0,95, coëfficiënt elektrisch = 0,95, coëfficiënt aardgas (CNG) = 0,90)

De aftrek van een wagen met een uitstoot van meer dan 200gr zal slechts 40% bedragen. Voor auto’s onder de 200gr uitstoot zal dit maximaal tussen de 50% en 100% liggen. Dit betekent dus dat een volledige elektrische wagen vanaf 2020 niet meer voor 120% aftrekbaar zal zijn.
De brandstofkosten (nu voor 75% aftrekbaar) zullen vanaf 2020 ook meegaan met de bovenstaande formule.

Voorbeeld:

Een wagen van 145g uitstoot zal nu voor 75% aftrekbaar zijn, maar om dezelfde aftrek in 2020 te behouden zal deze wagen slechts 90gr mogen uitstoten.

Wat met de plug-in hybride?

Voor deze type wagens zal men (tenzij voor 01/01/2018 besteld of aangekocht/geleased/gerent) vanaf 2020 niet meer naar de ‘valse’ lage CO² uitstoot van de hybride versie kijken, maar naar de hogere CO² van de niet-hybride versie van hetzelfde model. Als dit model niet zou bestaan neemt men de ‘valse’ CO² en doet men deze x 250%.

conclusie: Hoe lager de CO²-uitstoot van uw auto hoe hoger de fiscale aftrek zal zijn.

Indien u uw wagen in 2019 nog met een renting zou aankopen kan u voor 2019 nog van de fiscaal ‘voordeligere’ aftrek genieten. Wij raden dus aan om een hogere downpayment (vooruitbetaling) te doen in 2019 om zo nog maximaal van de fiscale voordelen te genieten.

Hogere vrijgestelde fietsvergoeding in 2019

Als je met de fiets naar het werk komt, kunt u hiervoor een vergoeding krijgen die vrijgesteld is van bedrijfsvoorheffing en RSZ-bijdragen.

Op 1 januari 2019 werd het vrijgestelde bedrag verhoogd van 0,23 EUR naar 0,24 EUR per kilometer. Dit is een maximumbedrag tenzij de sector-cao iets anders zegt.

Als een werknemer op 15 km van het werk woont dan kan de werknemer 0,24 EUR x 30 km = 7,20 EUR krijgen per dag dat hij met de fiets komt werken. In een 5-dagen werkweek met 22 werkdagen per maand zitten we al snel op 158,40 EUR netto.

De voorwaarde is uiteraard dat de werknemer effectief met de fiets naar het werk komt. Dit geldt niet voor ziektedagen, feestdagen, ..

Als je veel op de baan bent is een belastingvrije dagvergoeding interessant!

Wanneer je voor je vennootschap minstens zes uur op een dag beroepsmatig op verplaatsing bent dan kan u hiervoor een forfaitaire onkostenvergoeding opnemen uit de vennootschap. Zo’n dagvergoeding is een forfaitair bedrag voor de kosten die u tijdens zo’n verplaatsing maakt voor uw lunch, tussendoortjes, drank, etc..

Zolang deze bedragen in lijn liggen met de bedragen die de ambtenaren krijgen is die vergoeding voor u privé niet belastbaar. Bovendien is deze vergoeding voor de vennootschap ook volledig fiscaal aftrekbaar. Deze bedraagt 17,06 EUR per dag dat u op de baan zit. Sinds 01/10/2018 os deze gestegen van 16,73 EUR per dag naar 17,06 EUR. U kan dus maximum 272,96 EUR per maand uitbetalen (17,06 EUR x 16 dagen).

Wie werkt via een eenmanszaak kan bovenstaand forfait niet toepassen.

 

 

Wanneer wordt je nu juist belast als je privé een meerwaarde realiseert?

Als je een goed verkoopt die tot uw privévermogen behoort, dan is de winst niet belastbaar als beroepsinkomen, roerend of onroerend inkomen. Die meerwaarde zal hoogstwaarschijnlijk belast worden als divers inkomen. De aandelen van uw vennootschap behoren bijvoorbeeld tot uw privévermogen.

Aangezien meerwaarden op privévermogensbestanddelen in principe geen beroepsinkomsten zijn zal u hier geen sociale bijdragen op verschuldigd zijn.

Welke goederen worden nu belast? 

Er zijn verschillen betreffende de voorwaarden van belastbaarheid van de meerwaarde naargelang het soort goed. Deze verschillen zetten wij hieronder kort even op een rijtje:

  • Andere roerende goederen

Dit zijn goederen zoals obligaties, antiek- en kunst, oldtimers, postzegels, juwelen.. Deze zijn belastbaar als ze niet het resultaat zijn van normale verrichtingen van beheer van een privévermogen (art. 90, lid 1° WIB 92). Enkel het abnormale gedeelte van de meerwaarde is belastbaar. Het brutobedrag mag u ook nog verminderen met de kosten die u gemaakt heeft om de meerwaarde te realiseren.

  • Onroerende goederen

Ook hier zijn ‘abnormale’ meerwaarde belastbaar. Als een onroerend goed snel verkocht werd zijn deze ook belastbaar als divers inkomen. Deze snelle meerwaarden zijn meerwaarden die binnen de acht jaar verwezenlijkt worden voor grond en binnen de 5 jaar voor gebouwen.

Let wel op dat de winst op de verkoop van de woning vrijgesteld is!

Als de onroerende goederen belastbaar zijn wat wordt er dan precies belast?

Voor de snelle meerwaarden geldt er een specifieke berekeningswijze die wettelijk is vastgelegd. Er kan onder andere met een forfaitair percentage gewerkt worden die aan de aankoopprijs toegevoegd mag worden waardoor er vaak geen of maar een kleine meerwaarde belastbaar is. Deze snelle meerwaarden op gebouwen worden belast tegen 16,5%. Snelle meerwaarden op grond worden belast tegen 33% wanneer ze binnen de vijf jaar na aankoop worden gerealiseerd. Indien de verkoop van de gronden tussen de vijf en de acht jaar na aankoop worden gerealiseerd bedraagt het percentage 16,5%

De abnormale meerwaarden op onroerende goederen worden zoals de abnormale meerwaarden op aandelen en andere roerende goederen belast tegen 33%.

  • Aandelen

De aandelen die u overdraagt van uw eigen vennootschap aan overnemers die niet met u verbonden zijn blijven voorlopig nog buiten schot.  Als u die aandelen daarentegen verkoopt of inbrengt in een andere eigen vennootschap zoals bijvoorbeeld een holding dan wordt dit aanzien als een ‘abnormale’ verrichting.

Als een particulier of zijn familie aandelen bezit die meer dan 25% vertegenwoordigen van het kapitaal dan is die meerwaarde belastbaar indien de koper een rechtspersoon is die buiten de Europese Economische Ruimte (EER) gevestigd is. De meerwaarde is dan onderworpen aan de zogenaamde ‘meerwaardetaxatie voor de verkoop van een aanmerkelijk belang’. Het tarief zal dan 16,5% bedragen, te verhogen met de gemeentebelasting.

Meerwaarden op aandelen die u als een belegging aanziet worden geacht te kaderen in het normale beheer van een privévermogen als die verrichtingen niet speculatief zijn en ze door herhaling een winstgevende bezigheid verkrijgen. Er zijn een aantal elementen die op speculatie kunnen wijzen zoals bijvoorbeeld de financiering met geleende kapitalen i.p.v. met eigen middelen of specifieke software die u gebruikt om alles te kunnen ’tracken’.

Als de aandelen belastbaar zijn wat wordt er dan precies belast?

Het verschil tussen de voor de overgedragen aandelen ontvangen prijs en de prijs waartegen ze onder bezwarende titel zijn verkregen.
De minderwaarden op aandelen zijn bovendien niet aftrekbaar. Er kan van de meerwaarde geen andere kosten in mindering gebracht worden.

Houdt u al rekening met een kilometervergoeding?

Sinds 01/07/2018 is de kilometervergoeding terug gewijzigd. Deze kilometervergoeding geldt voor iedereen die met een privéwagen beroepsmatige verplaatsingen doet. Die vergoeding kan dus toegekend worden aan een werknemer, maar evenzeer aan een zaakvoerder/bestuurder die met de privéwagen (al dan niet van de partner) beroepsmatige verplaatsingen verricht.

Van 01/07/2018 tot 30/06/2019 bedraagt die vergoeding 0,3573 EUR per beroepsmatige kilometer. Van 01/07/2017 tot 30/06/2018 was dit nog 0,3460 EUR.

Fiscaal gaat men ervan uit dat 30% van die kilometervergoeding betrekking heeft op de brandstof en 70% op de algemene autokosten.
In een vennootschap zal de brandstof voor 75% aftrekbaar zijn en de algemene autokosten worden aan een bepaald percentage afgetrokken naargelang de CO²-uitstoot.

In een eenmanszaak geldt dezelfde fiscale regeling. Als de wagen echter na 01/01/2018 werd gekocht kan het zijn dat de algemene autokosten (70%) voor meer dan 75% aftrekbaar zijn door de lage CO² uitstoot. De fiscale aftrek kan echter nooit minder zijn dan 75%.

Hoeveel huur kan je vragen aan uw vennootschap?

Als je als zaakvoerder een deel van uw woning beroepsmatig gebruikt dan kan u een huur vragen aan uw vennootschap.

De maximale huur hangt af van de revalorisatiecoëfficiënt. De huur die hoger is dan 5/3 van het zogenaamd gerevaloriseerd kadastraal inkomen zal niet belast worden als een onroerend inkomen, maar fiscaal aanzien worden als een loon. Je kan je best houden aan de grens aangezien de herkwalificatie als loon fiscaal niet interessant is.

Revalorisatiecoëfficiënt in 2018:

Voor inkomstenjaar 2018 bedraagt de coëfficiënt 4,47 (KB 24.06.2018, BS 03.07.2018) en voor 2017 was dit nog 4,39.
U kunt in 2018 dus 7,4502 (4,47 x 5/3) keer het KI van het verhuurde gedeelte als huur vragen vooraleer deze geherkwalificeerd zou worden in loon.