Wordt voor de CO²-uitstoot van de bedrijfswagen naar WLTP of NEDC 2.0 gekeken?

De fiscale aftrek van uw firmawagen hangt voornamelijk af van de CO²-uitstoot. Hoe hoger de CO², hoe meer uitstoot en dus hoe lager het aftrekpercentage zal zijn. De CO² speelt bovendien een belangrijke rol voor de berekening van het voordeel alle aard op die wagen. Hoe hoger de CO², hoe hoger het voordeel alle aard zal zijn.

Volgens de Europese regelgeving moeten we vanaf 2021 rekening houden met de WLTP-methode om het juiste CO² percentage te weten. Uit de verschillende rapporten is gebleken dat deze waarde al vlug tot 30 gram hoger kan liggen t.o.v. de NEDC waarde.

Uit een bericht van de fiscus is gebleken dat men de NEDC waarde nog mag hanteren om het voordeel alle aard te berekenen alsook om de fiscale aftrek te bepalen. Dit mag wel enkel indien er op het gelijkvormigheidsattest zowel de NEDC als de WLTP waarde vermeldt staat.

Autoconstructeurs moeten tot eind 2020 zeker de NEDC ook nog vermelden. Vanaf 2021 moeten ze de NEDC waarde niet meer vermelden, maar mogen ze nog wel.

BTW op eigen werk: nieuwe spelregels

De spelregels op btw-vlak zijn gewijzigd voor degene die hun eigen bedrijfsgebouw oprichten of hieraan zelf herstellingen, onderhoud of reinigingswerken op uitvoeren.

Wanneer een btw-belastingplichtige bijvoorbeeld zijn eigen loods oprichtte voor zijn economische activiteit uit te voeren, dan verricht hij eigenlijk een dienst aan zichzelf.

Hiervoor moet er een “intern stuk” opgesteld worden met als maatstaf het bedrag die tussen twee onafhankelijke partijen zou worden aangerekend voor deze werken. Hierover werd er dan 21% btw gerekend. De btw werd dan terug in aftrek gebracht in de aangifte in de mate dat de belastingplichtige recht op aftrek had. Deze btw is dan wel onderworpen aan de 15-jarige herzieningstermijn.

Nieuwe wijziging:

Het Belgisch btw-wetboek is in regel gebracht met de Europese regelgeving. De belastingplichtige zal op het moment van de voltooiing van de werken niet langer geacht worden een met een dienst onder bezwarende titel gelijkgestelde handeling te verrichten.

Dat betekent dat de btw belastingplichtige:

  • geen interne factuur meer moet opmaken om de belastbare handeling vast te stellen;
  • geen btw meer moet afdragen over een dergelijke handeling

De oprichting van een bedrijfsgebouw blijft nog steeds een bedrijfsmiddel en de btw die volledig in aftrek werd gebracht over de uitgaven (aangekochte materialen) die verricht werden om een gebouw op te richten, zijn wel nog onderworpen aan de herzieningstermijn van 15 jaar. Vergeet deze dus niet op te nemen in de tabel der bedrijfsmiddelen.

Onder de oude regeling was de herziening onderworpen aan de normale waarde die gerekend zou worden tussen twee onafhankelijke partijen en onder de nieuwe regeling is het voor herziening vatbare btw-bedrag beperkt tot het volledig in aftrek gebrachte btw-bedrag dat verschuldigd werd over de uitgaven die werden gedaan om het gebouw op te richten.

Een verwittigd man is er twee waard: boetes geregistreerd kassasysteem

Op 1 juni werd er in het Belgisch Staatsblad een wetswijziging van 11 mei 2017 gepubliceerd. Een aantal rubrieken onder Afdeling 2, II krijgen een andere invulling.

De volgende boetes worden bij de onderstaande rubrieken opgelegd:

Rubriek A:

Het niet houden van een geregistreerd kassasysteem volgens de voorwaarden en de definitie van KB van 30 december 2009 heeft volgende gevolgen:

  • 1ste overtreding: 1.500 EUR;
  • 2de overtreding: 3.000 EUR;
  • volgende overtredingen: 5.000 EUR.

Rubriek C:

Elke niet naleving met betrekking tot het kasticket, rekening of ontvangstbewijs zal bestraft worden:

  • 1ste overtreding:
    • Louter toeval: 25 EUR met een minimum van 50 EUR en een maximum van 250 EUR
    • Overige: 50 EUR met een maximum van 500 EUR
  • 2de overtreding: 125 EUR met een maximum van 1.250 EUR
  • Volgende overtredingen: 250 EUR met een maximum van 5.000 EUR

De rubrieken B, D en E zijn onveranderd gebleven.

Een verwittigd man is er twee waard

Hoe bereken je het decembervoorschot van de btw als btw-kwartaalaangever?

Als btw-kwartaalindiener ben je sinds 1 april 2017 niet meer verplicht om voorschotten te betalen vanaf de maand mei 2017. Deze maatregel is een administratieve vereenvoudiging van de btw-regelgeving. U zal als btw-kwartaalindiener wel een decembervoorschot moeten voldoen, net zoals de btw-maandaangevers. Deze maatregel werd genomen om de gelijkheid tussen de belastingplichtigen te garanderen.

Dit decembervoorschot is:

  1. ofwel gelijk aan de btw die verschuldigd is over de periode 1 oktober tot en met 20 december
    1. indien uw te betalen btw > aftrekbare btw: u vult het verschil in rooster 91 in en betaalt dit als voorschot vóór 24 december.
    2. indien uw te betalen btw ≤ aftrekbare btw: u vult 0,00 in rooster 91 in en u hoeft geen voorschot te betalen.
  2. ofwel de btw die u op basis van de btw-aangifte in het derde kwartaal moest betalen.

U mag zelf kiezen welk systeem u toepast.

Wij raden aan om de kwartaalvoorschotten te blijven betalen om te vermijden dat u op het einde van het kwartaal een te hoog btw-bedrag zou moeten betalen.